De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL (Centraal Bureau Levensmiddelenhandel)) hebben een eerste ketenafspraak gemaakt om het zoutgehalte in kant- en klaarmaaltijden te verlagen. In deze eerste ketenafspraak gaat het om Italiaanse maaltijden en Oosterse maaltijden. Met deze ketenafspraak willen de partijen bewerkstelligen het zout- en verzadigd vetgehalte in deze producten beide in 2 jaar met 10% te verlagen, behalve voor lasagne daar vindt de reductie in 2 stappen plaats van ieder 5%, waarbij de 1e fase 2 jaar duurt en de 2e fase 1 jaar.
Voor de verschillende varianten Italiaanse maaltijden en Oosterse maaltijden zijn maximumnormen gesteld in de ketenafspraak. Om aan het maximum zout- en verzadigd vetgehalte te voldoen, zal minimaal de helft van de Italiaanse maaltijden en Oosterse maaltijden moeten worden aangepast.
De Wetenschappelijke Adviescommissie (WAC) heeft de mate van reductie in de ketenafspraak beoordeeld als matig ambitieus. De WAC acht het mogelijk om de reductiestap van 10% in één jaar uit te voeren. Daarnaast vindt de WAC dat in meerdere soorten kant- en klaarmaaltijden (zoals pizza’s en Hollandse maaltijden, maaltijdsalades en drievaksmaaltijden) het zoutgehalte verlaagd zou kunnen worden.
De Stuurgroep vindt het belangrijk dat de eerste stap wordt gezet in zoutreductie van de Italiaanse en Oosterse maaltijden en heeft op 1 december de afspraak vastgesteld.